“Every great architect is – necessarily – a great poet. He must be a great original interpreter of his time, his day, his age.” – Frank Lloyd Wright
Een van de meest bekende architecten ter wereld is mijns inziens Frank Lloyd Wright (1867-1959). Ruim duizend gebouwen heeft hij ontworpen, waarvan er ongeveer 532 zijn uitgevoerd. Hij was trouwens niet alleen architect, ook schreef hij, gaf hij les en ontwierp hij meubels. Over zijn status als ‘s werelds beste architect was hij zelf overigens niet bescheiden. Tijdens een rechtzaak waarin hij moest getuigen omschreef hij zichzelf als ‘the world’s greatest living architect”. Liegen deed hij niet; Hij stond immers onder ede.
Frank Lloyd Wright zette zich af tegen de Europese grondlegers van de Internationale Stijl, in het bijzonder tegen Le Corbusier en Walter Gropius, wiens werk volgens Wright alles behalve vernieuwend was.
Een belangrijke pijler voor zijn manier van ontwerpen was vooral dat zijn bouwsels in harmonie moesten zijn met de mensheid en diens omgeving. Zelf noemde Wright dit ‘organic architecture’. Wright’s ontwerpen straalden dan ook simpliciteit en noodzakelijkheid uit. Desalniettemin deinsde hij niet weg voor decoratieve stijlelementen. Hij gebruikte hiervoor de natuur als inspiratiebron en de materialen voor zijn ontwerpen waren puur en bevestigden hun functie en doel. Wright had een grote voorkeur voor horizontale ontwerpen, voor huizen en gebouwen die in het landschap op gingen en waarvan de daken doorgaans laag en breed waren, met overhangende randen.
Bron afbeelding
Een grote uitzondering op deze organic architecture is Frank Lloyd Wright’s ontwerp voor het Solomon R. Guggenheim Museum in New York. Dit was eveneens het laatste grote project dat de gerenommeerde architect uitvoerde. Op 21 oktober 1959 opende het gebouw officieel voor het publiek, helaas was Frank Lloyd Wright zelf zes maanden daarvoor overleden.
Het Guggenheim museum steekt flink af tegen de strakke skyline en skyscrapers die Manhattan rijk is. Hoewel het dan geen horizontaal georiënteerd gebouw is, is het doordrenkt van organische vormen. Het exterieur bestaat uit een cilindervormige, betonnen ‘swirltoren’ (vanaf heden een woord…) met daarnaast een wat kleinere toren waarin en waarop twee rechthoekige vormen zijn bevestigd. Van buiten lijkt het museum veel zwaarder dan aan de binnenkant te zien is. De betonnen constructie en de zware rechthoeken ogen vrij log. Van binnen echter, komt er veel licht het museum in en kijk je bij binnenkomst recht naar boven, langs alle verschillende etages die organisch en haast vanzelf naar boven lijken te bewegen.
Het ontwerp kreeg veel lof, maar enige kritische noot valt niet te ontkennen. Was dit ontwerp wel echt geschikt voor een museumgebouw, of werd het meer een soort landmark of monument voor het oeuvre van Frank Lloyd Wright?
Het is bijvoorbeeld lastig en verre van ideaal om schilderijen op te hangen in een cilindervormige ruimte. Ook kwam er kritiek uit een andere hoek, namelijk van James Johnson Sweeney (1900-1986), destijds museumdirecteur: “This is the most spectacular museum interior architecturally in this country. But my job is to show off a magnificent collection to its fullest.” Kwam Wright’s architectuur de kunst wel ten goede? Als antwoord op dit probleem werd in 1992 een aanbouw gemaakt in de vorm van een 10-verdieping hoge toren met rechte muren. Ondanks de kritieken op Frank Lloyd Wright en het Salomon R. Guggenheim museum blijft het feit dat Wright’s ontwerp een zekere ruimtelijke vrijheid biedt, uniek in stijl, vorm en ontwerp.
Toen ik in 2009 zelf in het museum was, en daar de expositie over het oeuvre van (de hardste baas der bazen) Wassily Kandinksy werd getoond, heb ik mij trouwens geen moment gestoord aan de overdaad van Wright’s architectuur. Mijns inziens versterkt het een het ander: kunst en architectuur gaan hand in hand en bevestigen elkaars status. Het werkt juist positief om af en toe even afstand te nemen van de prominente tentoonstellingen die het Guggenheim programmeert, en jezelf onder te dompelen in de lichte, dynamische constructie van het gebouw.
Fun Fact: Wright heeft meer dan 700 schetsen en 6 sets bouwtekeningen gemaakt alvorens hij op het uiteindelijke resultaat kwam.
2 Comments
Wow, wat een imponerend bouwwerk. Ik ben groot fan van deze architect. Zijn designstijl is zeker in Nederland nog veelvuldig terug te vinden in oude villa wijken, maar ook in retrostijl nieuwe woonwijken.
Prachtige omschrijving Pien.
Dank!