#ANARTWORKADAY

“I am for an art that takes into account the direct effect of the elements as they exist from day to day apart from representation.” – Robert Smithson

Klaarblijkelijk vind ik het op de eerste vrije avond van mijn week heerlijk om nóg meer over kunst te weten te komen. Aangezien het zaterdagavond is, zal ik mij voor de #ANARTWORKADAY van vandaag een beetje proberen in te houden en niet weer een verhaal te schrijven van +700 worden… (sorry daarvoor jongens!).

De Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson (1938-1973) kwam op vijfendertigjarige leeftijd op tragische wijze om het leven. Desalniettemin liet hij een indrukwekkend oeuvre achter en is hij enorm belangrijk geweest voor de ontwikkelingen in de stroming land art/earth art.

Het is überhaupt vrij lastig om een kunstenaar onder één specifieke stroming te plaatsen maar bij de grootheden uit de jaren 1960-’70 is dit vrijwel onmogelijk. In de jaren zestig kwam er in de naoorlogse samenleving langzaam plaats voor nieuwe welvaart na een lange periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De lonen stegen en de maatschappij industrialiseerde steeds verder. Het belang van internationale contacten in de kunstwereld werd belangrijker en er heerste in de jaren zestig een Atlantische gezindheid (m.a.w. Europa had een positieve houding jegens de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk): Niet alleen kunststromingen, maar ook alledaagse gebruiksvoorwerpen, kledingstijlen en populaire muziek waaiden vanuit Amerika of Engeland over en werden onder andere in onze Nederlandse maatschappij gebruikt en toegepast. Amerikaanse museale grootheden zoals The Museum of Modern Art (MoMA) organiseerden onder auspiciën van The International Council of the Museums of Modern Art reizende tentoonstellingen die er mede voor zorgden dat in Europa een nieuwe generatie kunstenaars, beïnvloed door Engeland en Amerika, op kwam.
In het Nederlandse kunstklimaat resulteerde dit in verschillende tentoonstellingen zoals POP-ART: terug naar de volkskunst (1964), Vormen van Kleur (1966), David Smith. Beelden in ijzer en staal (1966), Roy Lichtenstein. Schilderijen, emails, assemblages, tekeningen (1967), Minimal Art (1968) en Op losse schroeven (1969), en in de jaren zeventig Sonsbeek ’71. Sonsbeek buiten de perken (1971). Dit is slechts een greep uit een enorme hoeveelheid snel opeenvolgende tentoonstellingen met kunstenaars als Donald Judd (1928-1994), Carl Andre (1935), Dan Flavin (1933-1966), Robert Morris (1931), Sol LeWitt (1928) maar ook Robert Smithson werd met enige regelmaat gevraagd deel te nemen aan de desbetreffende tentoonstellingen.
Na en tijdens de hoogtepunten van het Abstract Expressionisme en Minimal Art kwam een ander soort stroming op waarbij de natuur en het landschap werd gebruikt als inspiratie, maar ook als expositieplek, als decor en als podium. Kunst werd natuur, natuur werd kunst. Kunstenaars als Smithson trokken weg uit museale instanties en zochten naar inspirerende plekken om hun kunst in te maken. Hij confronteerde zijn publiek op deze manier met de vraag waar “echte kunst” plaatsvond. Hoorde dit in een museale instelling te staan of kon iets iets net zo goed kunst zijn wanneer het buiten deze kaders werd geplaatst?

Een van de belangrijkste werken van Robert Smithson is Spiral Jetty: een spiraalvormige pier in Great Salt Lake in Utah. Het werk bestaat uit 6550 ton aarde, zwart basalt, kalksteen en grint. Vanaf het begin filmde Smithson hoe vrachtwagens en bulldozers zijn spiraalvormige constructie van circa 480 bij 480 counterclockwise in het meer aanlegden. Het water van het meer stond destijds laag waardoor het werk ten alle tijden te zien was. Heden ten dage is dat maar de vraag. Naast de film publiceerde Smithson in 1972 tevens het artikel ‘The Spiral Jetty’ waarin hij de theorie achter het werk kenbaar maakte. Deze drie elementen (film, tekst en landschap/materiaal) vormen het kunstwerk.

Ik snap dat dergelijke kunstwerken deze vraag kunnen oproepen: “Eline, waarom is dit kunst?” Ik geloof heel erg dat kunst ten alle tijden gezien moet worden in het tijdsbeeld dat heerste toen het werd gemaakt. Zoals gezegd gebeurde er in de jaren ’60 en ’70 zoveel. Men week af van de traditionele manier van kunst presenteren. Beelden werden van sokkels afgehaald en op de grond, in een tuin of helemaal buiten de museummuren geplaatst. Men was op zoek naar andere manieren, andere kunstvormen en naar nieuwe inspiratie. Kunst werd interdisciplinair: het werd gecombineerd met de wetenschap, met biologische, geologische of geografische aspecten. Het ging niet alleen om de esthetiek van een werk maar juist om de ervaring die een toeschouwer met een kunstwerk had. In dat kader moet een installatie als Spiral Jetty mijn inziens worden geplaatst. Precies om die reden vind ik het kunst!

Meer weten? In 2015 is een film/documentaire gemaakt over Land Art waarin Robert Smithson een rol speelt. Zie Troublemakers: The Story of Land Art.

Gerelateerd

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *