“Not the old, not the new, but the necessary.”
Je hebt vast al wel gezien dat ik boven elk stukje dat ik schrijf een citaat neerzet van de desbetreffende kunstenaar. Vandaag is dat: “Niet het oude, niet het nieuwe, maar het nodige.” door de (harde baas) Vladimir Tatlin (1885-1953).
Tatlin werd geboren in Moskou en stierf aldaar. Naast beeldend kunstenaar omvat zijn oeuvre ook veel overeenkomsten met architectuur. Sommige werken waren bijvoorbeeld eerder architecturale ontwerpen dan sculpturen. Een van zijn doelen was het ombuigen van traditionele kunstvormen naar een meer moderne en praktische kijk op kunst. Zijn ontwerpen moesten een functie hebben en niet slechts opzichzelfstaande kunstwerken zijn. Dit was aan het begin van de jaren 1900 revolutionair!
Tatlin was daarom onmisbaar in de ontstaansgeschiedenis van het Russisch Constructivisme en hij promootte, net als Malevich, avant-garde kunst, in dienst van de samenleving en geschikt als middel voor de Revolutie. Kunst moest volgens Tatlin praktisch zijn.
Daarnaast probeerde hij om met zijn kunst de samenleving en de dynamiek van zijn leefperiode weer te geven: van modernistisch experiment tot een praktisch ontwerp.
In 1919 begon Tatlin aan Tatlin’s Tower, officieel Monument to the Third International genoemd, een ontwerp voor een gebouw dat na de Bolsjewistische Revolutie van 1917 als hoofdkwartier en monument zou dienen van Komintern (Communistische Internationale of Derde Internationale, in het Russisch afgekort tot Komintern). Het zou in Petrograd (nu Sint-Petersburg) uitgevoerd moeten worden maar het monument is nooit gerealiseerd.
De constructivistische toren van Tatlin moest uitgevoerd worden in industriële materialen als ijzer, glas en staal: een toren als symbool voor moderniteit.
De bezoekers van de toren zouden worden vervoerd met behulp van diverse mechanische apparaten. Er werden vier grote, hangende, geometrische structuren ingetekend die in verschillende snelheden moesten roteren: “Each of four internal glass volumes would house an agency of the Comintern, and would revolve at a different speed.”
Als basis werd een kubus ontworpen die als locatie voor lezingen, conferenties en vergaderingen moest dienen. De rotatie hiervan duurde ongeveer een jaar.
Een kleinere piramide boven de kubus zou de meer huishoudelijke diensten huisvesten. Deze roteerde in ongeveer een maand. Ook werd een cilindervormig gebouw ontworpen waarin een informatiecentrum moest komen, en die eens per dag zou moeten roteren.
Dit klinkt allemaal erg modernistisch en, sorry to say Tatlin, ietwat absurd. Meer dan een kunstwerk was dit ontwerp haast een utopische kijk op machinerie, een synthese van kunst en technologie. Helaas is het, zoals gezegd, nooit gerealiseerd en zijn alleen foto’s bewaard gebleven van een houten model dat Tatlin in 1920 maakte.